THOTH JANUARI 2020 –
Doorgang van verleden naar toekomst
Installatie ‘Poems for earthlings’ van Adrián Villar Rojas
De geschiedenis stroomt door onze aderen. Steeds opnieuw ontstaat er verrassend nieuw leven uit, hoe hard traditionalisten ook proberen alles bij het oude te laten. Vrijmetselaren koesteren hun erfgoed, maar dat verdient méér dan gebruikt te worden als museumvulling. De ‘aloude stijl der vrije metselaren’ is een inspiratiebron voor het leven van nú, de loge opent een poort naar een zinvolle toekomst.
Het eerste nummer van het maçonniek culturele tweemaandelijkse magazine Thoth in het nieuwe decennium legt een netwerk van verbindingen tussen verleden, heden en mogelijke toekomst van de vrijmetselarij in de Lage Landen. Nog steeds blijkt de loge een oplaadpunt te zijn voor denkende mensen die werk willen maken van een leven dat zich harmonieus voegt in een groter geheel, in een omgeving die meer is dan een profijtbeginsel, met een perspectief dat geen hiernamaals nodig heeft om wenkend te zijn. Volg de weg van de historische continuïteit met Thoth als gids:
Uit het nieuwe nummer:
“Wanneer je in jezelf een stem hoort die zegt dat je iets van je leven wilt maken, dat je iets aan zingeving wilt gaan doen, dan is dat de uitnodiging om aan te kloppen aan de poort van de tempel. Die uitnodiging accepteren is een afspraak maken met jezelf en dus klop je aan bij jezelf.”
(Dieter Vorderhake: ‘Vrijmetselarij en universele waarheid’)
“Afhankelijk van hun respectieve culturen vervullen sjamanen een aantal functies, zoals helen, het uitvoeren van offerdiensten, het doorgeven van de cultuur door het vertellen van verhalen en zingen van liederen, het voorspellen van de toekomst en het fungeren als psychopompus, de gids der zielen.”
(Franck Diafouka: ‘De deur en de sleutel’)
“In de lange gang zwelt het geroezemoes aan en in de vochtige kamer verloopt het feest van de wekelijkse herkenning volgens een oud ritueel. Ik omarm mijn medebroeders, die ik alleen daar ontmoet, anders en elders niet. Anderson zou dat wel goed vinden.”
(Jef Asselbergh: ‘Toekomst uit traditie’)
“Laat dan maar ‘ns zien dat je het aankunt, dat bevorderen van een zodanige hoge graad van broederschap dat de uitstroom een halt wordt toegeroepen. Laat dan maar ‘ns zien dat je het aankunt om jonge (en niet alleen witte) mannen aan je te binden; mannen die niet na korte tijd weer opstappen.”
(Karel Musch: ‘Gesprek als sleutel tot verbinding’)
“Tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) onder Koning Willem I waren er broederlijke contacten tussen de loges van Brugge en Sluis. De landbouwer-burgemeester Pieter de Bruijne uit Sint-Anna ter Muiden koos ervoor zich aan te sluiten bij een Brugs schuttersgilde en een Brugse loge.”
(Willy Dezutter: ‘Broeder op de grens Nederland-Vlaanderen’)
“Voor we er erg in hebben zijn die ooit zo grenzen doorbrekende symbolen en rituelen van de loges onschadelijk gemaakt in de gesteriliseerde isoleercel van de folklore, in gezelschap van de square dance, de Volendammer klederdracht en de changing of the guard in het land dat als geen ander een poppenkast weet te maken van tradities, inclusief de maçonnieke.”
(Willem Verstraaten: ‘De discrete charme van de loge’)
“Als pasingewijde vrijmetselaar lapte ik van bij het begin de ‘richtlijnen’ die mij werden gegeven over waar ik wel en niet op bezoek mocht gaan, aan mijn laars, waardoor ik voortdurend broeders en zusters van andere ordes, obediënties, confederaties en autonome loges leerde kennen en… waarderen.”
(Hugo De Cnodder: ‘Ontmoeting op station Lochem’)
Doe jezelf of een goede kennis een jaar Thoth cadeau!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten