Wat is God? Filosofen en schrijvers op zoek.
Auteur:
Ton De Kok
Uitgeverij:
Uitgeverij Thoth, Bussum, 2013
ISBN:
978 90 6868 633 3
Waarom bestaan we? Wat is “bestaan”? Hoe is het bestaan tot stand gekomen? Waarom is er “iets“ en “niet iets”? De meeste mensen stellen zich vroeg of laat
en min of meer frequent, deze vragen.
Ton de Kok ook. Met dit verschil
dat hij ook ooit marinier was, lid was van de Tweede Kamer in Nederland,
promoveerde in de geesteswetenschappen en nu docent is in de
godsdienstfilosofie bij de bovenbouw van een Middelbare School. Een geschakeerd leven dus, vol ervaringen. Dat hij nu lesgeeft en dan nog godsdienstfilosofie,
is zeker belangrijk voor dit boek, want het houdt in dat zijn zeventien,
achttienjarige leerlingen hem dagelijks confronteren met dit
“bestaansmysterie.” Over de jaren dat
hij les gaf, betekent het dat hij “meer dan 1200 jonge mensen heeft mogen laten
meedenken over “Wat is God?”,stelt hij zelf.
Om dat te kunnen, heeft Ton De kok zich natuurlijk al die tijd moeten
verdiepen in alles wat er door de eeuwen over God geschreven werd door
filosofen en schrijvers. En als je dit
goed wil doen - zodat jonge mensen geboeid geraken en leren meedenken - moet je
de materie grondig kennen.
Het codewoord voor het “iets”,
het bestaande, was altijd al “God”.
Vermits er iets is, was er immers ooit niets. Helaas is “God is geen uitleg, want een
volmaakt wezen “wil” niets.” Denk maar
eens na, wat een krankzinnig beeld je krijgt als er een God zou zijn die wat
“wil”. Dan krijg je op 9/11 die massa
Amerikaanse Christenen die in de kerken de bescherming van God afsmeken terwijl
er minstens evenveel Islamisten zijn die in de Moskeën over de ganse wereld
uitbundig diezelfde God staan te bedanken voor het succes van de aanslag…. Toch heeft de mensheid gedurende zijn ganse
bestaan, altijd in persoonlijke goden geloofd en er de meest fantastische
verhalen rond uitgevonden. Zo
fantastisch en soms zó knap dat ze soms een paar duizend jaar de basis vormden
voor het dagelijks bestaan van miljoenen mensen: denk maar aan Babylonië,
Egypte, de knotsgekke godenwereld van de Grieken (het volk dat nochtans de
grootste denkers en wetenschappers voortbracht), de Romeinen, Germanen,
Indiërs….. En dan het grote
succesverhaal van die enige en ene “ware” god van de Joden, de Christenen, de
Islam?
Behoort een eigen “God” dus bij
de menselijke primaire levensbehoeften?
Is de mens zo ongeneeslijk religieus dat hij zelfs na Xenophanes, de
Franse Verlichtingsfilosofen en Nietzsche nog altijd met een dergelijk
godsbeeld opgeschept zit? Zelfs bij
verstokte Atheïsten blijkt er “deep down” religieuze of spirituele interesse te
sluimeren. Waar vroeger een God en een
Hiernamaals de angst voor de dood moest goedmaken, heeft de moderne mens zich
neergelegd bij het feit van een eindigend leven en is het het “niet weten” dat
ballorig maakt, niet de gedachte aan de dood.
Toch is het bestaan van God
ongelooflijk waarschijnlijk omdat de kans dat onze wereld kunnen ontstaan is,
even onwaarschijnlijk is als 10 tot de 500ste “heelallen uitproberen“, tot het
onze er is….. Dus toch een “Schepper”?
Naar die “Opperbouwmeester van het Heelal” van Plato zijn al eeuwen
filosofen, schrijvers, dichters, natuurkundigen, wetenschappers op zoek. Geen betere manier om over “God” na te
denken, dan eens te gaan onderzoeken hoe enkele van hen daarover dachten. Ton De Kok heeft 28 filosofen - van
Thales van Milete tot Charles Taylor - onder de loep genomen en dan nog 9
schrijvers-nobelprijswinnaars.
Ieder van die tekstjes rond één
filosoof, varieert in lengte tussen de 2 en 10 pagina’s, met Voltaire en Kant
als toppers (resp. 10 en 12 bladzijden).
Kort dus, aangepast aan de aandachtspanne van leerlingen, met
voorbeelden van nu, in een taal van nu (“religieuze doe-het-zelvers”, “De mens
hangt aan het bovennatuurlijke als een drenkeling aan zijn zwemvest.”, “In onze
tijd, kan alleen Theo Van Gogh zo schelden.”)
Wat niet wil zeggen dat je brave, voorgekauwde teksten op je bord
krijgt, een makkie voor volwassenen. Het
zijn rijpe, degelijke, verteerde, onderlegde stukken, waar veel is voor
gelezen, diep over nagedacht en lang aan gewerkt om ze zowel kernachtig als
volledig en toch boeiend te maken voor de jonge mensen aan wie hij zijn kennis
en inzicht kwijt moet.
Voor jongeren en volwassenen die
zich nog niet (echt) in de filosofie verdiepten, moet dit een fantastisch boek
zijn. En als je toevallig toch al heel
wat filosofie achter de kiezen hebt, is dit een boek dat toch boeit door zijn
directheid, gespannen kennis, vaart van de gebruikte taal, … en dat je met
warmte in het hart achterlaat. Niet
omdat je op het einde zou weten “wat” God nu eindelijk is, maar omdat het
geschreven is door een onverbiddelijk zoekend en denkend iemand, gedreven door
het menszijn.
Dit is geen boek om in één keer
uit te lezen, maar om traag en met mate door te nemen. “Nachtkastlectuur“ zoals Ton de Kok zelf
suggereert. En – zelfs al wordt je
gegrepen door betoog en thema: geef niet toe aan je “goesting” om verder te
lezen en doe wat anders…. Om het met Leo
Sjestov te zeggen: ”Laat je niet overheersen door het verstikkende,
ondraaglijke juk van de rede die maar een klein deel van onze werkelijkheid
kent. Laat ons ook genieten van het irrationele.”
V De Raeymaeker
V De Raeymaeker
zie ook HVV