De
zeventiende eeuw is niet alleen de periode in de Europese cultuurgeschiedenis
die goeddeels samenvalt met de vroege Verlichting. Dezelfde periode staat ook
bekend als de Gouden Eeuw in de geschiedenis van de Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden.
In
Frankrijk en Engeland keek men met argusogen naar die nieuwe, rijke staat, dit
koloniale wereldrijk, zonder koning, zonder hof van edelen, maar met
zelfbestuur van een volk. René Descartes en Baruch Spinoza domineerden de
filosofie, Christiaan Huygens en Antoni van Leeuwenhoek de wetenschap,
Rembrandt van Rijn en Johannes Vermeer de schilderkunst en Joost van den Vondel
en Pieter Corneliszoon Hooft de literatuur.
André
Klukhuhn vertelt in dit boek op onnavolgbare wijze over het licht dat zich in
die periode zo glansrijk samenbalde in een klein gebied dat daarmee een
cruciale positie in de wereldgeschiedenis verwierf en een revolutie
teweegbracht zonder weerga.
Bezige Bij ,
2016. 256p.
ISBN10 902349878X
Ook beschikbaar als E-book
23,99 Euro
André
Klukhuhn is scheikundige en filosoof. In 2003 verscheen zijn grote boek De
geschiedenis van het denken, waarvan in 2013 een volledig herziene editie
verscheen. In 2008 publiceerde hij het succesvolle Alle mensen heten Janus.