
De haan van Asklepios
ISBN: 9789085422525
Door: Ludo Abicht
Verschijningsdatum: 24/09/2010
Uitgegeven door: Meulenhoff / Manteau
Aantal pagina's: 208
Adviesprijs: € 19,95
Pleidooi voor positief atheïsme
In zijn nieuwe boek De haan van Asklepios, houdt Ludo Abicht een pleidooi voor ‘positief atheïsme’. Geheel in de lijn van zijn eerdere geschriften distantieert hij zich van het antiklerikale discours dat vele atheïstische auteurs bewandelen. Gelovigen kunnen bondgenoten zijn van seculiere humanisten en atheïsten zijn niet immuun voor ontsporingen.
Wie zich verdiept in het werk van Ludo Abicht komt onder de indruk van zijn veelzijdige engagement. Van opleiding is Abicht germanist en filosoof. Hij schreef echter ook veelvuldig over het Jodendom en de Palestijnse zaak.
In zijn autobiografische boek Het Lunapark en andere plekken, dat nog steeds verkrijgbaar is, heeft hij op een meeslepende manier zijn levensverhaal en zijn intellectuele ontwikkeling onder woorden gebracht. Abicht raakte in zijn jonge jaren als kloosterling steeds meer vervreemd van het christelijk geloof en trad uit. Toch hield Abicht zijn leven lang een vorm van affiniteit ten opzichte van de christelijke wereld.
De titel van zijn boek De haan van Asklepios is ontleend aan de beschrijving door Plato van de laatste dagen van Socrates. Vlak voor zijn dood zei hij: ‘Krito, we zijn nog een haan verschuldigd aan Asklepios, de god van de genezing’. Was dit een moment van zwakte, dat Socrates een vluchtpoging wilde ondernemen? Nee, zegt Abicht, het is een dankoffer, omdat Socrates weet dat hij de kracht heeft om de verleiding te weerstaan, de verleiding om je aan te onderwerpen aan de algemene opinie.
Abicht laat zien dat veel atheïsten nog zitten in de periode van de afrekening en de vraag is of het antiklerikalisme dat aanvankelijk een strategie was, na verloop van tijd niet een teken van bekrompenheid wordt. Want wie de geschiedenis analyseert weet: er zijn gelovigen die een heel positieve uitstraling hebben gehad en aan de andere kant zijn er als gevolg van het autonome denken ontsporingen geweest (Robespierre, het Derde Rijk, Pol Pot). Atheïsten moeten niet neerkijken op het christendom. Onze westerse cultuur heeft twee spirituele bronnen: de seculiere rationaliteit en het christelijk geloof.
De traditie van de Verlichting is: laten wij scholen openen om gevangenissen te sluiten. Dit project van de Verlichting is nog niet af. Bij het ontbreken van een positieve invulling van de atheïstische levensbeschouwing, blijft de verleiding groot om terug te vallen tot traditionele religieuze zekerheden of nieuwere vormen van irrationaliteit.
Christenen geloven in een God, die de wereld bestuurt en leven in de verwachting van het eeuwige leven. Abicht kijkt niet neer op deze levenshouding; maar kan die innerlijke zekerheden niet delen. Voor hem geldt: zonder geloof is niet zonder hoop of moraal. Atheïsten zijn evenals christenen reizigers; ze zijn alleen niet zeker van een veilige aankomst. Hoop is niet een levensverzekering, maar vooral een opdracht (Bloch). De geborgenheid is niet te vinden in de bestemming, maar in het reizen zelf. ‘Er is geen dood, omdat er leven is’ (Jan Elburg). Abicht voelt zich geïnspireerd door Michel Foucault, die stelde dat de zorg van de mens voor zichzelf leidt tot verbondenheid met heel het bestaan.
Het bijzondere van Ludo Abicht is, zoals gezegd, dat hij als atheïst niet polemisch is richting gelovigen. Toch is hij in zijn betoog niet altijd even toegankelijk. Sommige passages worden pas bij herlezing duidelijk en soms (maar dat vind je bij meerdere filosofen!) blijft hij teveel bij algemeenheden steken. De bijdrage die Abicht wil leveren is echter behartigenswaardig.
Ludo Abicht, De haan van Asklepios, Pleidooi voor een postief atheïsme, Meulenhoff/Manteau, 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten