DE MORAALFILOSOFIE VAN VLADIMIR JANKÉLÉVITCH
Een essay over morele en muzikale creativiteit.
Ronald Commers
Inhoudsopgave
In de moraalfilosofie van de twintigste eeuw neemt de Franse filosoof Vladimir Jankélévitch (1902–1985) een uitzonderlijke plaats in. Als geen ander heeft hij het morele verschijnsel weten te analyseren, gegeven de plaats van de geïndividualiseerde mens in een moderne samenleving. Ethisch proceduredenken en levenskunsttheorie waren aan hem niet besteed. Daarenboven heeft hij zijn moraalfilosofie leerstellig nooit tot een vast omlijnde ethica willen maken. Hij bleef de individuele zedelijke creativiteit centraal stellen. Daarbij insisteerde hij op de diepe relatie die de artistieke met de morele creativiteit verbindt. Zowel in de artistieke als de morele creativiteit is de mens eerder dan een beschouwer (of in het slechtere geval, een cijferaar) een daden stellend wezen, een wezen van doen en van inzichtelijk handelen. Dat is wat volgens Jankélévitch de muzikale schepping met de morele creatie verbindt. Met zijn opvatting over de ‘bevrijdende vrijheid’ heeft hij zich krachtig verzet tegen wat hij als ‘libertaire vrijheid’ beschouwde. Tegen de neoliberale waan van individuele vrijheid van doen en laten heeft hij resoluut de taakgerichte menselijke vrijheid verdedigd.
Jankélévitchs wijsgerig-ethische overwegingen dienen zich aan als een zingeving die het leven affirmeert. Het is een heroïsche zingeving waarin de liefde als creatie - d.w.z. als doen en handelen - centraal staat. In de liefde en in het morele is het telkens nodig het goede tot leven te brengen in en door een onophoudelijke schepping en herschepping. Of zoals de Franse wijsgeer het zelf uitdrukt: ‘Zo zal men begrijpen waarom wat leeg is van elke specifieke inhoud ook, om slechts vol te zijn van de liefde, juist dat is wat tot elke prijs moet worden gedaan.’
In een tijd van conservatisme en afkeer voor het anders zijn der anderen, in een tijd van conformistisch proceduredenken en van afgestompt utopisme, in een tijd van een nieuw godsdienstig fundamentalisme, is het denken van de Franse moraalfilosoof een getuigenis van weerstand. Het drukt de hoop uit op een vollere humaniteit, die diep in het hart van de individuele mensen besloten ligt.
Ronald Commers (°1946) is gepensioneerd gewoon hoogleraar ethiek en wijsbegeerte aan de Universiteit Gent. Hij heeft een tiental boeken over moraalfilosofie op zijn naam. Eerder publiceerde hij een geannoteerde en van een ruime inleiding voorziene vertaling naar het Nederlands van Jankélévitchs boek La musique et l’ineffable. Hij stelt alvast nieuwe vertalingen van werk van Jankélévitch in het vooruitzicht.
ASP editions In productie
€ 17,95
ISBN: 9789057181559
170 pagina's
Verschijningsdatum: 20/10/2013
€ 17,95
ISBN: 9789057181559
170 pagina's
Verschijningsdatum: 20/10/2013