Nagelaten geschriften
- ISBN: 9789089247520
- Publicatiedatum: 08/10/2019
Met het overlijden van Etienne Vermeersch is een hele bibliotheek aan kennis en wijsheid teloorgegaan. Zijn geheugen was indrukwekkend. Hij kon bijvoorbeeld foutloos lange fragmenten uit de Ilias van Homerus, de Divina Commedia van Dante of de cantates van Bach voordragen. Hij was net zo goed vertrouwd met wiskundige inzichten, van de gulden snede over de Fibonaccigetallen en de identiteit van Euler, tot de relativiteitstheorie en de wetten van de thermodynamica. Hij had een grondige kennis van de architectuur, de muziek, het theater en de beeldende kunsten, van Giotto en Caravaggio tot Kandinsky en Roger Raveel. Hij was bekend met de paleontologie, de cybernetica, de semiotiek, de moleculaire biologie en de astronomie. Weinigen kenden beter het werk van Baruch Spinoza, Immanuel Kant en Karl Popper. Verder was hij expert in de geschiedenis en de geschriften van het christendom, het jodendom, de islam en zelfs van het hindoeïsme en het confucianisme.
Nagelaten geschriften bevat een reeks teksten over de thema’s die Etienne Vermeersch zijn hele leven bezighielden. Het boek bevat wetenschappelijke en filosofische artikelen die hier voor het eerst in een Nederlandse vertaling verschijnen en toespraken, nota’s en opiniestukken die hij in de loop van zijn lange academische carrière schreef over zaken als identiteit, migratie, geloof, milieu, abortus, euthanasie, overbevolking en kunst. De teksten geven de tijdgeest weer van de voorbije decennia en maken duidelijk hoezeer Etienne Vermeersch zijn stempel drukte op de mentaliteitswijzigingen die tijdens zijn leven plaatsvonden.
Johan Braeckman en Dirk Verhofstadt waren medewerkers, collega’s en bovenal intieme vrienden van Etienne Vermeersch. Ze brengen met dit boek een eerbetoon aan de intellectuele erfenis van een van Vlaanderens belangrijkste filosofen.
Via de website van Uitgeverij Houtekiet:
Toespraak nagelaten geschriften - decaan Gita Deneckere
Dames en heren, beste collega’s, beste Josiane,
Op mijn beurt ben ik heel blij u zo talrijk te kunnen begroeten op de voorstelling van de Nagelaten Geschriften van Etienne Vermeersch, één van mijn illustere voorgangers als decaan maar vooral één van Vlaanderens meest spraakmakende filosofen van de afgelopen 50 jaar. Het is natuurlijk jammer dat we dit evenement niet in auditorium E van de Blandijn hebben kunnen organiseren. Dat is immers dé ‘lieu de mémoire’ waar Vermeersch zijn intellectuele rol voor zovele generaties studenten heeft gespeeld. Maar het is significant voor zijn blijvende invloed dat de organisatoren al gauw moesten uitwijken naar dit mega-auditorium. Boekhandel Walry bestaat dit jaar 50 jaar maar heeft nog nooit 1000 mensen voor een boekvoorstelling gehad.
Het vervult me als decaan van zíjn faculteit met trots en vreugde!
Dames en heren,
Op 8 december 2016 heb ik zelf het plezier gehad om onze betreurde maître à penser en collega Etienne Vermeersch te mogen interviewen in zijn woning te Wetteren. Als één van de publieke intellectuelen die onze universiteit de afgelopen decennia een gezicht en een stem hebben gegeven in het maatschappelijk debat. Als één van de vele UGent-ers die de nauwe band van onze alma mater met de maatschappij belichaamd en bezield hebben. Mijn boek Uit de ivoren toren. 200 jaar Universiteit Gent (Gent, Tijdsbeeld, 2017) was niet compleet geweest zonder het verhaal van Etienne Vermeersch.
Het was een werkelijk memorabel interview in zijn werkelijk zeer wanordelijk bureau met opgestapelde boeken, kranten, knipsels en pizzadozen waar hij hij me een klein krukje toewees. Ik heb er meer dan drie uur heb gezeten. Mijn hoogbejaarde gastheer was onvermoeibaar genereus met verhalen over werkelijk de meest uiteenlopende onderwerpen. De Nagelaten Geschriften getuigen van die ongelooflijke veelzijdigheid. Het was al snel duidelijk dat de methode van het semi-gestructureerde interview eigen aan de oral history niet bepaald aan Etienne Vermeersch besteed was. Ons gesprek begon over porno op het internet en de studentenopstand van maart 1969, waaierde uit naar informatietheorie en de Mattheuspassie, Eric Rohmer en Louis Malle, de koran, Spinoza en euthanasie.
Ik kon Vermeersch alleen bij de les houden door zijn interessegebieden telkens terug te voeren naar zijn eigen geschiedenis als hoogleraar wijsbegeerte en de wijze waarop hij vanuit de ivoren toren van de universiteit zijn maatschappelijke rol gespeeld heeft. Hij noemde het zelf met een monkellachje zijn ‘werdegang’.
Etienne Vermeersch arriveerde pas op zijn 27ste op de Blandijn, nadat hij in 1958 de Jezuïetenorde had verlaten. Het was de periode dat Leo Apostel en Jaap Kruithof als jonge atheïstische hoogleraren een heel nieuwe wind lieten waaien in de geesten van de aankomende intellectuelen van het sterk verzuilde, katholieke Vlaanderen. Ook Vermeersch vormde zijn levensbeschouwing in intense interactie met zijn leermeesters en zijn medestudenten. De impact van Apostel en Kruithof was zeer groot, en dat had te maken met een nieuwe manier van lesgeven. Vermeersch ervaarde een hemelsbreed verschil tussen de didactische aanpak van zijn professoren in de Klassieke Filologie enerzijds en in de Wijsbegeerte anderzijds. De classici in Gent waren niet gewoon dat de studenten een vraag stelden, ze waren hoogstens in staat de klassieke teksten prachtig te vertalen. Er heerste een erg schoolse sfeer. Jongens en meisjes zaten apart en deden niets anders dan ijverig noteren en opschrijven wat de prof dicteerde.
Hoe anders was de open en progressieve sfeer in de Wijsbegeerte! Tijdens de seminarieoefeningen in kleine groepjes kregen de studenten opdrachten rond een waaier aan thema’s (doodstraf, zelfmoord, euthanasie, ascese …), die de week nadien uitgebreid werden besproken. Een grondige voorbereiding was geboden. De studenten werden uitgedaagd om de discussie met hun jonge en zeer gedreven hoogleraren aan te gaan. De starre en stijve hiërarchie verdween, studenten werden gelijken. Vermeersch schreef zijn eerste tekst over euthanasie al in 1961, als student van Kruithof.
Toen hij in 1967 het professorenkorps vervoegde werd het naar zijn eigen zeggen ‘nog een beetje straffer’. Het was in die tijd zoals bekend aan de Rijksuniversiteit Gent een beproefde strategie om het pluralistische evenwicht te verzekeren door naast een vrijzinnige een gelovige te benoemen in levensbeschouwelijk gevoelige vakgebieden. Naast Vermeersch werd de Duitse fenomenoloog Rudolf Boehm benoemd. Boehm, die dit jaar in augustus op 92-jarige leeftijd en 7 maanden na zijn intellectuele tegenpool overleden is. Boehm was in Leuven medewerker van het Husserl-archief geweest en had een protestantse achtergrond. Maar ook hij zou zich niet bepaald als een gezagsgetrouwe christen ontpoppen. Hoe incompatibel hun opvattingen over wetenschap en filosofie ook waren, Vermeersch en Boehm hadden met Kruithof en Apostel een groot maatschappelijk engagement gemeen. De bevlogenheid van de vier grote Gentse filosofen zorgde ervoor dat ‘de Blandijn’ in de jaren 1960-1970 uitgroeide tot een vrijzinnig en links bruggenhoofd in Vlaanderen. Ze bereikten met hun progressieve ideeën niet alleen duizenden studenten uit alle faculteiten, maar waren ook sterk aanwezig in het maatschappelijk debat over tal van actuele thema’s.
Sterk geïnspireerd door de Gentse filosofen begon een nieuw verhaal van maatschappijkritiek aan de universiteit. Er kwamen allerlei sociale werkgroepen tot stand rond hete hangijzers als de wapenwedloop, seksisme, abortus en anticonceptie, rechten van minderheden, solidariteit met wat toen de derde wereld heette, anti-imperialisme en antikolonialisme, antiracisme, en niet te vergeten de milieuproblematiek, kernenergie, de grenzen aan de groei. Thema’s die een halve eeuw later nog steeds en vaak met verhoogde urgentie op de agenda staan.
In de Nagelaten Geschriften ging mijn aandacht in de eerste plaats naar de teksten over ecofilosofie en milieuscepticisme. De ogen van de panda — een milieufilosofisch essay, voor het eerst verschenen in 1988 kent natuurlijk iedereen. Het was een poging om de milieuproblematiek binnen een globaal en samenhangend maatschappelijk kader te plaatsen met het WTK-bestel in het hart van de analyse: de samenhang tussen wetenschap, technologie en kapitalisme. Vermeersch’ inzichten op het vlak van milieu en klimaat blijven actueel. Zijn bestseller van meer dan 25 jaar geleden werd dit jaar nog herdrukt. De faculteit organiseerde er in maart samen met de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap een debatavond over met de klimaatactivisten van vandaag, ter nagedachtenis van Etienne. Vermeersch’ eigen recentere teksten maken eveneens de brug tussen het ‘grenzen aan de groei’-denken uit de jaren zestig en zeventig en de ethische onderbouwing van het ecologische denken én handelen vandaag. Voor Vermeersch moest de studie naar ‘wat moet gebeuren’ op het vlak van klimaat en milieu immers de voorrang krijgen op het onderzoek van de feiten zelf. Onder die conditie zag hij de ecofilosofie als de menskunde van de toekomst. Ik citeer uit zijn Nagelaten Geschriften, p. 146 (een tekst uit Ons Erfdeel 2001): ‘Wat de moderne mens kenmerkt is zijn macht: zijn vermogen tot ingrijpen, en ook tot verwoesten, op planetaire schaal. Maar daarnaast heeft hij op alle andere dieren voor dat hij ook over de mogelijkheid beschikt om de catastrofe te zien aankomen. De eerste en dringendste opgave van een milieufilosofie is daarom dit vermogen tot vooruitzien te verscherpen. In dit verband is het onmisbaar afstand te doen van elk wetenschappelijk-technologisch optimisme. Iedere bewering dat ons bestel zelf wel de problemen zal oplossen, draagt bij tot de verblinding’ (einde citaat). Vermeersch zag de ecofilosofie als filosofie van de toekomst ‘tout court’. ‘Wanneer die filosofie, dat kritisch denken, het laat afweten, wanneer ons handelen stuurloos blijft voorthollen, is er wellicht geen toekomst meer om te filosoferen, geen toekomst hoe dan ook’.
Dames en heren, was dit apocalyptisch vooruitgangspessimisme? Greta Thunberg meets Etienne Vermeersch over de generaties en de dood heen? Of is het voer voor een debat vanop de nieuwe Leerstoel? In ieder geval zag Etienne Vermeersch de klimaatspijbelaars tijdens de laatste weken van zijn leven massaal op straat komen om politici tot meer ecologisch handelen aan te sporen vóór het te laat is. Johan Braeckman en Dirk Verhofstadt tekenen de scène op in hun woord vooraf: ‘De avond van donderdag 17 januari, de dag voor zijn overlijden, keken we samen naar het journaal in de ziekenhuiskamer. Men bracht een verslag uit over de optocht van meer dan twaalfduizend klimaatkinderen in het centrum van Brussel. Etienne Vermeersch stak, liggend op zijn ziekbed, zijn duim omhoog en glunderde’.
Beste Johan en Dirk, deze decaan glundert ook bij het lezen van de Nagelaten Geschriften van mijn illustere voorganger maar vooral van één van Vlaanderens invloedrijkste filosofen van de afgelopen 50 jaar. Verba volant scripta manent, ook in tijden van Twitter. Dank voor jullie inspanningen om de geschriften van jullie leermeester en vriend te boek te stellen.
Gita Deneckere, 7 oktober 2019