Auteur: diverse auteurs
Haarlem : De Rozekruis-Pers, St., 2007
ISBN: 9789067323321
Prijs: € 11,95
Jan Amos Comenius (Moravië, 1592 - Amsterdam, 1670), de van oorsprong Tsjechische pansofist, theoloog, filosoof en pedagoog, leefde en werkte in het roerige centrum van het zeventiende-eeuwse Europa. Bohemen, Tsjechië, Polen en de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën vormden zijn wereldtheater. Deze wereld werd verscheurd dooroorlog, dreiging en geweld, waarin nergens rust was en vele duizenden op de vlucht waren. Daarin wilde hij zijn idealen van vrede en broederschap realiseren, die voor alle mensen en overal zouden moeten gelden.
Na de Slag op de Witte Berg (1620) – die een einde maakte aan de korte regeerperiode van Frederik V van de Palts, de 'Winterkoning'– werd Comenius een 'eeuwige balling', die steeds opreis was, maar die nooit afliet te werken aan zijn ideaal. Hij vluchtte van Moravië naar Bohemen,daarna naar Polen, en van Engeland naar Duitsland; tot hij gedurende de laatste jaren van zijn leven relatieve rust vond in Nederland. Steeds als hij probeerde zijn Collegium Lucis (het College van het Licht) daadwerkelijk te stichten in een Europese stad, werd dit onmogelijk gemaakt door de politieke werkelijkheid van de dag, zoals bijvoorbeeld de Dertigjarige Oorlog of de Engelse burgeroorlog van Cromwell. Comenius ontwikkelde een didactiek om de jonge mens op te voeden in de richting van ee nalgemene reformatie van de wereld. Hij schreef over religie, politiek, en kunsten en wetenschappen. Deze algehele reformatie kon tot stand komen door middel van de pansofie, de'alwetenschap', die alle disciplines op een hoger niveau met elkaar verbond. Met de universele wijsheid die aan de pansofie ten grondslag ligt, en met het hart volkomen gericht op en toegewijd aan God, het hoogste principe – zo was zijn vaste overtuiging – zou een verdere en verregaande hervorming van de maatschappij werkelijkheid kunnen worden.
Na de Slag op de Witte Berg (1620) – die een einde maakte aan de korte regeerperiode van Frederik V van de Palts, de 'Winterkoning'– werd Comenius een 'eeuwige balling', die steeds opreis was, maar die nooit afliet te werken aan zijn ideaal. Hij vluchtte van Moravië naar Bohemen,daarna naar Polen, en van Engeland naar Duitsland; tot hij gedurende de laatste jaren van zijn leven relatieve rust vond in Nederland. Steeds als hij probeerde zijn Collegium Lucis (het College van het Licht) daadwerkelijk te stichten in een Europese stad, werd dit onmogelijk gemaakt door de politieke werkelijkheid van de dag, zoals bijvoorbeeld de Dertigjarige Oorlog of de Engelse burgeroorlog van Cromwell. Comenius ontwikkelde een didactiek om de jonge mens op te voeden in de richting van ee nalgemene reformatie van de wereld. Hij schreef over religie, politiek, en kunsten en wetenschappen. Deze algehele reformatie kon tot stand komen door middel van de pansofie, de'alwetenschap', die alle disciplines op een hoger niveau met elkaar verbond. Met de universele wijsheid die aan de pansofie ten grondslag ligt, en met het hart volkomen gericht op en toegewijd aan God, het hoogste principe – zo was zijn vaste overtuiging – zou een verdere en verregaande hervorming van de maatschappij werkelijkheid kunnen worden.