Broederschap. Pleidooi voor verbondenheid
Frans Timmermans
Amsterdam, Podium, 2015
64 pagina's
ISBN: 978 90 5759 791 6
5,00 €
Vijftien jaar later heeft dat gevoel van optimisme plaats gemaakt voor een groot en diepgaand pessimisme. De terreuraanslagen van 9/11, de globalisering, de toenemende migratie, de effecten van de multiculturele samenleving, de opwarming van de aarde, de financiële en economische crisis, de eurocrisis, het toenemende autoritarisme in Rusland, de aanslagen in Madrid, Londen en Boston, de mislukte Arabische Lente, de gruweldaden van Islamitische Staat in Syrië en Irak en van Boko Haram in Nigeria, de diverse moordpartijen in Parijs, en daar bovenop de grootste vluchtelingenstroom naar Europa sinds de Tweede Wereldoorlog zijn daar de oorzaak van.
Deze gebeurtenissen hebben de voorbije vijftien jaar een vloedgolf van angst en onzekerheid doorheen de Europese Unie gejaagd, iets waar vooral extreem rechtse en populistische politici en partijen garen bij spinnen. In plaats van samen te werken en Europese oplossingen te zoeken, trekken de diverse natiestaten zich terug op zichzelf en bouwen letterlijk muren rond hun grenzen om de ongewenste vreemdelingen buiten te houden. Alleen Angela Merkel steeg boven die opstoot van populisme uit met haar boodschap ‘Wir schaffen das’. Maar voor de rest is het tegenwoordig elk voor zich, en brokkelt de voordien zo geprezen solidariteit op het oude continent zienderogen af.
Over deze evolutie van de voorbije vijftien jaar schreef de Nederlandse politicus en vice-voorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans een opmerkelijk pamflet onder de titel Broederschap. Pleidooi voor verbondenheid. ‘Misschien is angst wel de grootste drijvende kracht in de politiek geworden in de afgelopen vijftien jaar,’ zo schrijft hij en als die angst domineert dan zien we nog enkel de bedreiging en niet meer de kansen. Daarop volgt de redenering dat hoe meer mensen er naar Europa komen, we steeds meer verliezen. Dus, zo houden populisten ons voor, moeten we de vreemdelingen zo ver mogelijk weg van ons houden, door bijvoorbeeld muren en hekken te bouwen langs onze grenzen.
Het lijkt alsof we een omgekeerde beweging meemaken van méér Europese openheid naar méér nationale geslotenheid. Dat betekent volgens Timmermans niet dat grenzen op zich slecht zijn. ‘Ieder mens, ieder gezin, iedere gemeenschap, groot en klein, bestaat bij de gratie van grenzen,’ schrijft hij. Zo is het ook nodig om grenzen te trekken rond onze opvattingen, zeg maar grondrechten die we meer dan ooit moeten uitdragen en verdedigen. En hij pleit voor een Europese aanpak van het vluchtelingenprobleem waarbij je vooral aandacht hebt voor de echte asielzoekers, zij die op basis van de Conventie van Genève recht hebben om in Europa een veilige thuis te vinden.
Timmermans slaat ook een soort mea culpa. ‘Ik denk dat wij als ouders en als samenleving onze taak hebben verwaarloosd om de jonge generatie op te voeden in burgerschap.’ Nog teveel nieuwkomers vinden hun plaats niet in ons midden. Vandaar het grote belang van onderwijs en dat vanaf een zo jong mogelijke leeftijd. Want anders raken die kinderen in een isolement, worden ze kansloos en vinden ze geen aansluiting bij de rest van de samenleving. Vandaar maakt hij de sprong naar de noodzaak van een Europees burgerschap waarbij we opnieuw beseffen waarom de diverse lidstaten met elkaar zijn beginnen samen te werken. Timmermans schrijft letterlijk dat alles wat in zeventig jaar is opgebouwd weer kan kapotgaan als we niet beseffen dat er meer is dat ons bindt dan dat ons verdeelt.
Hij huivert net als Elie Wiesel voor de toenemende stereotyperingen en net als Robert Badinter voor de revival van het antisemitisme. Vandaar het belang dat we ons vasthouden aan de (Europese) verdragen. ‘Dat is noodzakelijk omdat ons oude continent weer in de moeizaam opgebouwde waarden wordt bedreigd,’ aldus Timmermans. Zo is het voor hem onaanvaardbaar dat Joden gaan denken dat het misschien veiliger is om zonder keppeltje op straat te komen. En even onaanvaardbaar dat moslimmeisjes hun hoofddoek afdoen omdat ze anders uitgescholden worden. Al lijkt het me vaak eerder dat ze die hoofddoek juist dragen om geen last te krijgen met moslimjongens en mannen die religieus radicaliseren.
Timmermans bepleit terecht dat we meer dan ooit bereid moeten zijn om op te komen voor onze waarden, waaronder het ontzien en respecteren van minderheden en andersdenkenden. Maar, en dat schrijft hij niet, ook resoluut en veel harder opkomen voor onze fundamentele liberale grondrechten zoals de vrijheid van meningsuiting, de scheiding van geloof en staat, de gelijkwaardigheid van elke mens en van man en vrouw in het bijzonder, en het recht op zelfbeschikking. Terecht schrijft hij dat we niet onverschillig mogen zijn, dat we niet mogen wegkijken als er misstanden gebeuren, maar is het juist dat niet wat we de voorbije decennia in het Westen hebben gedaan met betrekkin tot het oprukkende religieus fanatisme?
Voor Timmermans is de uitdaging het ‘naar verbinding zoeken in het volle besef van onze diversiteit, met respect voor de verschillen.’ Dat klopt, maar die verschillen mogen niet zo ver gaan dat we culturele en religieuze tradities zouden moeten ontzien die de vrijheid en het zelfbeschikkingsrecht van individuen ondermijnt. Zijn pleidooi voor broederschap is dus mooi, maar onvolledig. Omdat het onvoldoende de vinger op de wonde legt, namelijk het feit dat de sirenenzang van extreemrechts juist toeneemt omdat we te weinig ingaan steeds forsere sirenenzang van religieuze fanatici die het gemunt hebben op onze rechten en vrijheden en die in naam van God willen vernietigen.
Frans Timmermans (1961) is Eerste Vicevoorzitter van de Europese Commissie en was daarvoor o.a. minister van Buitenlandse Zaken en Staatssecretaris Europese Zaken. In 2014 werd hij verkozen tot Politicus van het Jaar. Broederschap pleidooi voltooide hij kort na het drama in Parijs.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Frans Timmermans, Broederschap. Pleidooi voor verbondenheid, Podium, 2015
zie ook Liberales
Geen opmerkingen:
Een reactie posten